Zijn onderzoekend en contextgericht.
Hebben technologische vaardigheden en denken procesmatig.
Bezitten fijn-motorische vaardigheden voor praktische realisaties.
Zijn sociaal vaardig en helpen graag anderen bij IT-gerelateerde problemen.
Willen inzicht verwerven in het volledige spectrum van informaticawetenschappen om zelfstandig software, websites of netwerken aan te passen.
Toegepaste wiskunde: zoals sinusfuncties, vectoren, tweedegraadsfuncties, logaritmen en afgeleiden.
Softwareontwikkeling: modulair ontwerpen, implementeren en testen van softwaremodules.
Databeheer: werken met datastructuren, databanken en programmatielogica.
Netwerkarchitectuur: opzetten, analyseren en onderhouden van computernetwerken.
Webapplicaties: ontwikkelen, testen, onderhouden en optimaliseren.